-
Wat gebeurde er?
Op een olieplatformcomplex werd de productie stilgelegd om een gelamineerd gedeelte van de flens van een stromingselement (FE) te repareren, dat met een fakkel onder hoge druk (HP) verbonden was.
Voorafgaand aan de isolatie werd de verzamelleiding van de fakkel met stikstof gespoeld, opdat de indamming doorbroken kon worden met het oog op het inbrengen van flensspaden.
De procesisolatie omvatte een klep (V1) op de verzamelleiding van de fakkel, aan de verbinding met de fakkelverzamelleiding onder hoge druk (taak 1).
Parallel met de flensreparatietaak werd een klem zittende afblaasklep (BDV), die eveneens met het fakkelsysteem onder hoge druk verbonden was, vervangen (taak 2) met gebruik van een afzonderlijk isolatieschema.
Nadat de flensreparatie voltooid was, liet het team de klep V1 geïsoleerd om een bijkomende barrière te hebben voor de isolatie aan de kant van de afblaasklep.
Toen greep het volgende plaats:
Het team stak de fakkel aan en de stookgasmodule (FG) werd onder druk gezet. De stroom vanuit de stookgasmodule werd omgeleid naar de verzamelleiding van de fakkel.
Er weerklonken twee drukalarmen en er werd een gasdetectielek (10% onderste explosiegrens) ontdekt (zone M710 – zie diagram).
Het offshore-team voor reactie op noodsituaties (ERT) werd gemobiliseerd.
De operator van het gedistribueerde regelsysteem (DCS) stopte het gas dat in de verzamelleiding van de fakkel binnenkwam en leidde een noodstop (ESD) in.
Een tweede gasdetector bereikte 10% van de onderste explosiegrens.
Het ERT vond de bron van de drukophoping en opende de fakkelisolatieklep V1.
De druk werd snel van alle zones afgelaten.
Niemand raakte gewond, maar het incident had catastrofaal kunnen aflopen. De drukveiligheidskleppen (PSV’s) liepen lichte schade op.
-
Waarom gebeurde het?
In plaats van de fakkel aan te steken door de boorputten te starten, besloot het productieteam een alternatieve methode te gebruiken om de fakkel aan te steken door het gas uit de stookgasmodule (FG) te gebruiken, die met een overdruk van 24 bar werkt. Zij gingen ervan uit dat het injectiepunt van het stookgas zich stroomafwaarts ten opzichte van V1 bevond.
Het gebruik van het stookgas onder hoge druk en het gesloten laten van de klep V1 leidden in een deel van het HP-fakkelsysteem tot de opbouw van een druk die hoger dan de ontwerpdruk lag.
Een beschadigde balg in de drukveiligheidsklep van de M710-scheider en een geopend uiteinde in de kap van dezelfde drukveiligheidsklep leidden tot het vrijkomen van gas in de atmosfeer terwijl het fakkelsysteem onder druk stond.
Het team werkte niet binnen de correcte veilige werkwijzen:
- Geen opstartprocedure
- Er werd geen veranderingsmanagementproces toegepast op de wijziging aan de normaliter gebruikte opstartvolgorde.
- Isolaties werden gesloten zonder dat de correcte procedure werd gevolgd.
- De drukveiligheidskleppen werden zonder lekdetectievoorzieningen ingericht.
- Naar aanvoelen van het team moest de installatie snel weer gestart worden om zo weinig mogelijk achter te lopen met de productie.
-
Wat hebben ze ervan geleerd?
Maak een inspectiewandeling door het fakkelsysteem om alle fakkelkleppen te identificeren en evalueer het beheer van de fakkelkleppen.
Voer een onderzoek van de locatie uit en creëer een actieplan voor drukveiligheidskleppen met open uiteinden.
Zorg ervoor dat voor alle taken de middelen naar behoren gepland worden.
Alle personeelsleden moeten vertrouwd zijn met de procedures, de instructies ter plekke en de procedure ‘werk stoppen’.
Versterk het opmaakbeheer van leiding- en instrumentatiediagrammen (P&ID’s) voor procesisolatie (anticipatie, voorbereiding, verdeling, gebruik, revisie enz.).
Herzie de isolatieprocedure voor aanverwante processen.
-
Stel uzelf of uw team de vraag
Een wijziging in de methode voor één taak (het aansteken van de fakkel) had een grote impact op het incident in het algemeen – hoe zou dit kunnen gebeuren bij iets wat u vandaag onderneemt?
Wanneer u stookgas aanvoert om de fakkel aan te steken, hoe kunt u dan de juiste locatie van het injectiepunt controleren?
Wanneer verschillende taken gelijktijdig worden uitgevoerd, hoe kunt u dan verzekeren dat wat u doet het werk van andere teams niet beïnvloedt en vice versa?
Heeft u zich ooit onder tijdsdruk gevoeld om een taak te voltooien? Welke impact had dit op uw beslissingen tijdens het werk?
Wat moet u doen indien u ooit ziet dat iemand er zich tijdens het werk gemakkelijk van afmaakt?
Toevoegen aan beginscherm
Naam van de inhoud
Selecteer bestaande categorie:
Naam van de inhoud
Nieuwe verzameling
Verzameling bewerken

Wat gebeurde er?
Op een olieplatformcomplex werd de productie stilgelegd om een gelamineerd gedeelte van de flens van een stromingselement (FE) te repareren, dat met een fakkel onder hoge druk (HP) verbonden was.
Voorafgaand aan de isolatie werd de verzamelleiding van de fakkel met stikstof gespoeld, opdat de indamming doorbroken kon worden met het oog op het inbrengen van flensspaden.
De procesisolatie omvatte een klep (V1) op de verzamelleiding van de fakkel, aan de verbinding met de fakkelverzamelleiding onder hoge druk (taak 1).
Parallel met de flensreparatietaak werd een klem zittende afblaasklep (BDV), die eveneens met het fakkelsysteem onder hoge druk verbonden was, vervangen (taak 2) met gebruik van een afzonderlijk isolatieschema.
Nadat de flensreparatie voltooid was, liet het team de klep V1 geïsoleerd om een bijkomende barrière te hebben voor de isolatie aan de kant van de afblaasklep.
Toen greep het volgende plaats:
Het team stak de fakkel aan en de stookgasmodule (FG) werd onder druk gezet. De stroom vanuit de stookgasmodule werd omgeleid naar de verzamelleiding van de fakkel.
Er weerklonken twee drukalarmen en er werd een gasdetectielek (10% onderste explosiegrens) ontdekt (zone M710 – zie diagram).
Het offshore-team voor reactie op noodsituaties (ERT) werd gemobiliseerd.
De operator van het gedistribueerde regelsysteem (DCS) stopte het gas dat in de verzamelleiding van de fakkel binnenkwam en leidde een noodstop (ESD) in.
Een tweede gasdetector bereikte 10% van de onderste explosiegrens.
Het ERT vond de bron van de drukophoping en opende de fakkelisolatieklep V1.
De druk werd snel van alle zones afgelaten.
Niemand raakte gewond, maar het incident had catastrofaal kunnen aflopen. De drukveiligheidskleppen (PSV’s) liepen lichte schade op.


Waarom gebeurde het?
In plaats van de fakkel aan te steken door de boorputten te starten, besloot het productieteam een alternatieve methode te gebruiken om de fakkel aan te steken door het gas uit de stookgasmodule (FG) te gebruiken, die met een overdruk van 24 bar werkt. Zij gingen ervan uit dat het injectiepunt van het stookgas zich stroomafwaarts ten opzichte van V1 bevond.
Het gebruik van het stookgas onder hoge druk en het gesloten laten van de klep V1 leidden in een deel van het HP-fakkelsysteem tot de opbouw van een druk die hoger dan de ontwerpdruk lag.
Een beschadigde balg in de drukveiligheidsklep van de M710-scheider en een geopend uiteinde in de kap van dezelfde drukveiligheidsklep leidden tot het vrijkomen van gas in de atmosfeer terwijl het fakkelsysteem onder druk stond.
Het team werkte niet binnen de correcte veilige werkwijzen:
- Geen opstartprocedure
- Er werd geen veranderingsmanagementproces toegepast op de wijziging aan de normaliter gebruikte opstartvolgorde.
- Isolaties werden gesloten zonder dat de correcte procedure werd gevolgd.
- De drukveiligheidskleppen werden zonder lekdetectievoorzieningen ingericht.
- Naar aanvoelen van het team moest de installatie snel weer gestart worden om zo weinig mogelijk achter te lopen met de productie.


Wat hebben ze ervan geleerd?
Maak een inspectiewandeling door het fakkelsysteem om alle fakkelkleppen te identificeren en evalueer het beheer van de fakkelkleppen.
Voer een onderzoek van de locatie uit en creëer een actieplan voor drukveiligheidskleppen met open uiteinden.
Zorg ervoor dat voor alle taken de middelen naar behoren gepland worden.
Alle personeelsleden moeten vertrouwd zijn met de procedures, de instructies ter plekke en de procedure ‘werk stoppen’.
Versterk het opmaakbeheer van leiding- en instrumentatiediagrammen (P&ID’s) voor procesisolatie (anticipatie, voorbereiding, verdeling, gebruik, revisie enz.).
Herzie de isolatieprocedure voor aanverwante processen.

Stel uzelf of uw team de vraag
Een wijziging in de methode voor één taak (het aansteken van de fakkel) had een grote impact op het incident in het algemeen – hoe zou dit kunnen gebeuren bij iets wat u vandaag onderneemt?
Wanneer u stookgas aanvoert om de fakkel aan te steken, hoe kunt u dan de juiste locatie van het injectiepunt controleren?
Wanneer verschillende taken gelijktijdig worden uitgevoerd, hoe kunt u dan verzekeren dat wat u doet het werk van andere teams niet beïnvloedt en vice versa?
Heeft u zich ooit onder tijdsdruk gevoeld om een taak te voltooien? Welke impact had dit op uw beslissingen tijdens het werk?
Wat moet u doen indien u ooit ziet dat iemand er zich tijdens het werk gemakkelijk van afmaakt?
Er trad een gaslek op een olieplatformcomplex op tijdens reparatie van een afblaasklep. Niemand raakte gewond. De drukveiligheidskleppen (PSV’s) liepen lichte schade op.