Brandgevaar door defecte apparatuur in de machinekamer

Tijdens routinematig gepland onderhoud aan een schip in de haven werd de smeeroliereiniger van de hoofdmotor getest.

Er werd opgemerkt dat rook vrijkwam onder de afscherming van de voorverwarmer van de reiniger.

Het rookdetectiesysteem van het schip trad in werking en wees op rook in de afscheiderkamer.

Er werd een algemeen alarm geslagen en er werden brandbestrijdingsprocedures ‘voor in de haven’ geactiveerd.

De verwarmer werd zowel elektrisch als mechanisch geïsoleerd.

De brug werd geïnformeerd dat er rook was, maar er was geen brand en de situatie was onder controle.

Er heerste verwarring aan boord – de bemanning bereidde zich voor op een noodoefening en ging ervan uit dat deze vervroegd was (ze realiseerden zich niet dat het alarm geldig was).

Het omroepsysteem was defect, waardoor het voor de kapitein moeilijk was om te communiceren wat er gebeurde. Hij verliet zich uitsluitend op draagbare-radiocommunicatie.

Desondanks gingen het management en de bemanning snel te werk om de impact van het incident te minimaliseren. De verwarmer werd in de gaten gehouden om te verzekeren dat hij afkoelde en geen gevaar meer opleverde.

Defecte schakelaar in het veiligheidsafsluitmechanisme – hij ging stuk in de stand ‘reset’, waardoor de verwarmer zichzelf kon resetten nadat het mechanisme geactiveerd was.

Smeerolie in de voorverwarmer oververhitte, waardoor de verf op de verwarmer oververhitte en rook veroorzaakte.

De technicus die het werk uitvoerde, schakelde de verwarmer uit en was van plan de mogelijke storing te melden, maar het rookdetectiesysteem trad in werking voordat hij de kans kreeg om dit te doen.

Het scheepsmanagement had het management aan de wal op de hoogte gebracht van het terugkerende defect aan het omroepsysteem, maar de reparaties waren uitgesteld en vervolgens geannuleerd.

Geen beleid of richtsnoeren voor het beheersen van een echte noodsituatie die tijdens oefeningen optreedt.

Onderzoek gelijkaardige systemen om te verzekeren dat er geen latente uitvallen of defecten zijn.

Zorg ervoor dat alle uitstaande reparaties voltooid zijn (bv. communicatiesystemen en systemen voor reactie op noodsituatie / alle andere defecten).

Implementeer en publiceer een procedure voor noodsituaties die tijdens oefeningen optreden.

Wat kan u afleiden van het onverwijld melden van problemen? Hoe kunt u de afleiding verhelpen?

Is er op uw schip defecte apparatuur / een defect systeem dat gerepareerd moet worden?

• Hoe lang werkt het al niet meer?
• Hoe kunt u controleren of de fout gemeld is? Wie is verantwoordelijk voor het melden?

Welke maatregelen hebben we genomen als er een echte noodsituatie optreedt tijdens een oefening? Wat moet u doen als dit gebeurt?