-
Wat gebeurde er?
Alle onderstaande incidenten deden zich voor tijdens slecht weer of harde wind:
- Gevallen loopplank – door een zware storm met heftige windstoten (>50 knopen) drijft een schip weg van de kade.
- Gevallen voorwerpen (meerdere voorwerpen uit een zoutzak) – lading werd gegrepen door windsnelheden van 30 knopen.
- Defecte meerpaal – lichte schade aan de romp van het schip, de wind nam toe tot 61 knopen en de meerpaal bezweek.
- Gevallen voorwerp – voorwerp viel tijdens of na een storm met windsnelheden >50 knopen.
- Gevallen bliksemafleider – installatie viel door aanhoudende trillingen en nadelige omgevingsomstandigheden.
-
Waarom gebeurde het?
Hoewel de onderzoeksresultaten bij deze incidenten verschillen, hebben ze een gemeenschappelijke factor: slecht weer en harde wind.
- De effecten van het weer en de onvoorspelbaarheid ervan werden niet volledig onderkend of overwogen.
- Onjuiste beoordeling van weersinvloeden op taken en operaties.
De omgeving kan onmiddellijke en langetermijneffecten hebben op apparatuur, voorwerpen, beveiliging en aanvullende bevestigingen.
-
Wat hebben ze ervan geleerd?
Benadruk hoe belangrijk het is om de weerberichten te bekijken en de weersomstandigheden te bespreken in toolboxgesprekken.
Houd het weer voortdurend in de gaten en deel eventuele veranderingen mee aan degenen die er last van kunnen hebben.
Voer grondige, routinematige DROPS-inspecties uit, vooral voor en na slecht weer.
Wees altijd waakzaam – voorkom zelfgenoegzaamheid bij het uitvoeren van routinetaken.
Houd rekening met het effect van het weer op al uw activiteiten, apparatuur en mogelijke vallende voorwerpen.
-
Stel uzelf of uw team de vraag
Wat zijn uw ervaringen met slecht weer op locatie?
- Welke apparatuur werd aangetast?
- Zijn er medewerkers gewond geraakt?
Wat is uw normale inspectieregime? Verandert het afhankelijk van het weer?
Wat is uw communicatieprocedure op de locatie? Als een situatie snel verandert, hoe effectief zijn uw communicatiekanalen dan?
Toevoegen aan beginscherm
Naam van de inhoud
Selecteer bestaande categorie:
Naam van de inhoud
Nieuwe verzameling
Verzameling bewerken

Wat gebeurde er?
Alle onderstaande incidenten deden zich voor tijdens slecht weer of harde wind:
- Gevallen loopplank – door een zware storm met heftige windstoten (>50 knopen) drijft een schip weg van de kade.
- Gevallen voorwerpen (meerdere voorwerpen uit een zoutzak) – lading werd gegrepen door windsnelheden van 30 knopen.
- Defecte meerpaal – lichte schade aan de romp van het schip, de wind nam toe tot 61 knopen en de meerpaal bezweek.
- Gevallen voorwerp – voorwerp viel tijdens of na een storm met windsnelheden >50 knopen.
- Gevallen bliksemafleider – installatie viel door aanhoudende trillingen en nadelige omgevingsomstandigheden.


Waarom gebeurde het?
Hoewel de onderzoeksresultaten bij deze incidenten verschillen, hebben ze een gemeenschappelijke factor: slecht weer en harde wind.
- De effecten van het weer en de onvoorspelbaarheid ervan werden niet volledig onderkend of overwogen.
- Onjuiste beoordeling van weersinvloeden op taken en operaties.
De omgeving kan onmiddellijke en langetermijneffecten hebben op apparatuur, voorwerpen, beveiliging en aanvullende bevestigingen.

Wat hebben ze ervan geleerd?
Benadruk hoe belangrijk het is om de weerberichten te bekijken en de weersomstandigheden te bespreken in toolboxgesprekken.
Houd het weer voortdurend in de gaten en deel eventuele veranderingen mee aan degenen die er last van kunnen hebben.
Voer grondige, routinematige DROPS-inspecties uit, vooral voor en na slecht weer.
Wees altijd waakzaam – voorkom zelfgenoegzaamheid bij het uitvoeren van routinetaken.
Houd rekening met het effect van het weer op al uw activiteiten, apparatuur en mogelijke vallende voorwerpen.

Stel uzelf of uw team de vraag
Wat zijn uw ervaringen met slecht weer op locatie?
- Welke apparatuur werd aangetast?
- Zijn er medewerkers gewond geraakt?
Wat is uw normale inspectieregime? Verandert het afhankelijk van het weer?
Wat is uw communicatieprocedure op de locatie? Als een situatie snel verandert, hoe effectief zijn uw communicatiekanalen dan?
Tijdens slecht weer of harde wind hebben zich meerdere incidenten voorgedaan. Soortgelijke incidenten kunnen worden voorkomen door de weerberichten te bekijken, de weersomstandigheden continu in de gaten te houden en eventuele veranderingen door te geven aan de betrokkenen.