Gaswolk ontbrandt met drie doden en één gewonde als gevolg

Medewerkers waren bezig een elektrische dompelpomp te vervangen bij een boorput.

Nadat de boorinstallatie was opgebouwd, het inspudden van de put was uitgevoerd en de druk in de verbuizing en tubing (0 bar) was afgelezen, werd de put geopend en werd de circulatie gestart door water door de tubing te pompen, waarbij retouren uit de annulus werden genomen.

Een medewerker werd bij de afvoertank geposteerd om te luisteren of er gas in de tank kwam.

Via de afvoerleiding (een flexibele slang die door een rooster op de afvoer werd geduwd) kwam er gas in de tank terecht. Voordat de medewerker doorhad dat er gas aanwezig was, begon het uit de tank te ontsnappen.

Het mengsel van gas en lucht dat in de circulatiepomp werd gezogen, zorgde ervoor dat de motor ging ‘racen’.

Er werden vergeefse pogingen gedaan om de circulatiepomp en de afsluiter van de put dicht te zetten.

De gaswolk ontbrandde. Door de ontploffing vlogen de ontluchtingstank, de boorinstallatie en de pomp in brand.

Drie medewerkers stierven aan brandwonden en één medewerker brak zijn benen toen hij probeerde te ontsnappen.

De wind blies het gas van de afvoertank naar de circulatiepomp.

Ongecontroleerd afblazen (geen gebruik van een smoorverdeler, er werd geen gebruik gemaakt van een afscheider met fakkel).

Onvoldoende afstand tussen afvoertank, boorinstallatie en circulatiepomp.

Onvoldoende gasdetectiemethoden.

De aannemer schond de eigen instructies voor indeling, opstelling en bediening van apparatuur.

Onveilige werkwijzen door normalisatie

Over het algemeen slechte implementatie van processen (overbruggingsdocument, veiligheidsregels), gebrek aan procedureel toezicht, onveilige werkwijzen, gebrek aan risicobeheersing voor landspecifieke uitdagingen en zwakke veiligheidscultuur.

Niet leren van eerdere soortgelijke incidenten.

Zorg voor een effectief proces om toezicht te houden op activiteiten die cruciaal zijn voor de veiligheid.

Werk de technische norm voor boorputten bij en neem er aanvullende informatie in op over de minimumvereisten voor workover/waterinjectie (WO/WI).

Ontwikkel locatiespecifieke werkinstructies voor de voorbereiding en uitvoering van WO/WI-werkzaamheden.

Zorg ervoor dat competente medewerkers en aannemers worden aangesteld om de taken uit te voeren.

Zet een formeel proces op om lering te trekken uit incidenten.

Is al uw apparatuur goed opgesteld (juiste afstanden, gasdetectie-instrumenten enz.)?

Wat moet u doen als u vindt dat de werkwijzen niet veilig zijn?

Welke invloed kan het weer hebben op uw activiteiten? Hoe wordt er in uw risicobeoordelingen rekening gehouden met externe factoren?

Hoe kunnen we het toezicht tijdens uw taken verbeteren?

Welke beheersingsmaatregelen hebben wij genomen om te voorkomen dat dit op onze locatie gebeurt? Wat moeten we nog meer overwegen?