Medewerker valt in het water tijdens hefwerkzaamheden aan de kaai

Een lading werd van een schip naar de kaai getild.

Het heffen had met de kraan van het schip afgewerkt moeten worden, die op dat ogenblik niet beschikbaar was.

De bemanning gebruikte in plaats daarvan een op afstand bestuurde voertuigkraan (remotely-operated vehicle – ROV).

De ROV-kraan kon niet zo ver reiken als de kraan van het schip, waardoor de lading dichter bij de rand van de kaai moest worden geplaatst, binnen de verboden zone (zie afbeelding).

Een medewerker betrad de verboden zone om de draagband door de zijkant van de pallet te steken die zich het dichtst bij de rand van de kaai bevond.

De draagband bleef haken, waardoor er extra kracht nodig was om hem te bevrijden.

De draagband kwam vroeger vrij dan verwacht, waardoor de werknemer zijn evenwicht verloor.

Hij viel in het water, maar ontkwam gelukkig zonder verwondingen en redde zichzelf binnen enkele minuten.

De gewijzigde omstandigheden werden niet goed beheerst:

• De werkzaamheden werden niet stopgezet om het risico te herbeoordelen toen de omstandigheden veranderden.
• Er werd nieuwe apparatuur gebruikt op een wijze die het bemanningslid in gevaar bracht.

Wanneer de omvang van het werk verandert, stopt u het werk en herbeoordeelt u de risico’s (proces voor veranderingsmanagement).

Houd vóór het werk veiligheidsgesprekken om te verzekeren dat alle betrokken werknemers (inclusief personeel van derden) het werk en de gevaren begrijpen.

Benadruk de noodzaak van een goed situatiebewustzijn en laat het personeel niet toe zich in de gevarenzone te begeven (bv.: de medewerker betrad de verboden zone tijdens het opheffen).

Wat moet u doen als onderdelen van uw werk veranderen tijdens de werkzaamheden (bv. apparatuur, omvang van het werk enz.)?

Hoe kunt u een draagband die tijdens het heffen is blijven haken veilig vrijmaken?

Welke andere gevaren zou u tijdens het heffen van het schip naar de kaai kunnen tegenkomen?

Wat is onze noodprocedure indien iemand in het water valt?